Hessel Dikkers, Nederlandse Spporwegen

'Bij het oplossen van een verstoring in de dienstregeling speelt data een belangrijke rol'

Reizigers veilig en op tijd van A naar B vervoeren is de belangrijkste taak van de Nederlandse Spoorwegen (NS). De aanwezigheid en het gebruik van data speelt daarbij een voorname rol, zegt directeur IT Hessel Dikkers. “Het komt nooit voor dat we een dag volledig volgens het spoorboekje rijden. Bij het anticiperen op verstoringen in de dienstregeling worden onze medewerkers ondersteund door data, maar ik verwacht dat relatief eenvoudige verstoringen in de toekomst worden opgelost door intelligente systemen.”

Het interview met Hessel Dikkers vindt plaats in de week van de treinramp bij Voorschoten. Begin april botste in de nacht van dinsdag op woensdag een goederentrein op een kraanvoertuig en op een spoor ernaast ontspoorde de intercity van Leiden naar Den Haag, toen die trein in botsing kwam met de brokstukken. De bestuurder van het kraanvoertuig kwam bij het ongeluk om het leven, dertig passagiers
in de intercity raakten (zwaar)gewond. Hessel is een paar dagen later nog zichtbaar geraakt door het incident. “De veiligheid van ons personeel én de reizigers is een heel belangrijk thema bij de NS en ProRail. Daar passen geen ongelukken bij en zeker niet één met deze vreselijke gevolgen. Het incident heeft enorm veel impact op iedereen in onze organisatie.”

Magnifiek uitzicht

De directeur IT van de Nederlandse Spoorwegen doet zijn verhaal in zijn kamer op de zestiende verdieping van het hoofdkantoor in Utrecht. Kijkt Hessel vanachter zijn bureau door het raam naar
buiten, dan ziet hij de machtige skyline van de Domstad. Staat hij op en verplaatst hij zijn blik naar beneden, dan ligt daar het belangrijkste spoorknooppunt van Nederland waar dagelijks meer dan 200.000 reizigers in en uit de treinen stappen. Maar veel tijd om van het magnifieke uitzicht te genieten, heeft hij niet. Als hoofd van de afdeling IT levert hij een belangrijke bijdrage aan de voornaamste taak van de NS: het veilig en op tijd vervoeren van mensen van A naar B.

Op haar website schrijft de NS dat ‘data king is’. De vervoerder zegt data te gebruiken om reizigers een beter product op maat aan te bieden en de informatie wordt ook ingezet voor het slimmer plannen en onderhouden van treinen, gebouwen en infrastructuur. Van de ongeveer 20.000 medewerkers is het grootste deel werkzaam in de operatie, zoals machinisten, conducteurs, monteurs en medewerkers veiligheid en service.De IT-afdeling waarover Hessel de scepter zwaait, bestaat uit zo’n 1700 mensen, waarvan ruim 300 zich bezighouden met het gebruik van data.

Over welke data beschikt de NS?

“Door het gebruik van de OV-chipkaart weten we exact hoeveel mensen in- en uitchecken en hoe druk het is op de stations. Ook het gebruik van faciliteiten, zoals de roltrappen en het monitoren van de loopbewegingen, leveren data op. Verder bevatten veel treinen inmiddels allerlei sensoren die informatie geven over de technische staat van de trein. Via de weegpunten in het spoor van ProRail weten we ook het gewicht van de trein. In combinatie met de check-in en check-out gegevens geeft dat een indicatie van de drukte in de wagons. We weten bijvoorbeeld in welk deel van de trein de meeste mensen zich bevinden. Verder beschikken we over de gebruikelijke persoonlijke informatie van al onze medewerkers.”

Hoe gebruiken jullie al die data?

“Onze gebruikelijke dienstregeling is het uitgangspunt. Om mensen van A naar B te vervoeren, hebben we drie dingen nodig: het spoor, een trein en treinpersoneel (een machinist en conducteur). Vanuit onze data weten we welke sporen vanwege onderhoud of andere omstandigheden niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor de treinstellen. Door die gegevens te combineren met informatie over het personeel, zoals het dienstverband, kunnen we het rooster vullen. Iedere machinist en conducteur krijgt via de telefoon een persoonlijk weekschema en dagelijks volgt de dienstregeling van die dag, zodat ze weten op welke trein ze worden ingezet.

Maar het komt nooit voor dat we een dag volledig volgens het spoorboekje rijden. Er is altijd wel bijsturing nodig omdat iemand ziek is, vanwege een wissel- of een seinstoring of omdat een trein vertraging heeft of defect gaat. Om de dienstregeling bij een verstoring snel aan te passen aan de actuele situatie, gebruiken we een planningssysteem dat wordt verrijkt met data vanuit de bronnen die ik zojuist noemde. Mede op basis van de drukte in de treinen, de lengte van de treinen en de reizigersinformatie vanuit het in- en uitchecken, besluiten onze planners om de trein een ander traject te laten rijden of om personeel op andere trajecten in te zetten. De reiziger merkt daar vaak niets van. Gebeurt er iets onverwachts, dan krijgen de machinisten en conducteurs die daarmee te maken krijgen zo snel mogelijk een pushbericht op hun telefoon met de gewijzigde dienstregeling.

Data gebruiken we uiteraard ook om onze reizigers te informeren. Als het in bepaalde delen van de trein erg druk is, krijgen mensen op het perron een advies in welk treinstel ze het beste kunnen instappen, zodat ze verspreid over de verschillende ingangen instappen. Als alle reizigers door één deur de trein in willen, dan weet je bijna zeker dat er vertraging ontstaat. Op de perrons van Schiphol en Amsterdam-Zuid is het bijvoorbeeld vaak enorm druk. Het gebruik van data maakt crowdcontrol makkelijker, zodat we daar, en ook op andere stations, de veiligheid van reizigers kunnen waarborgen en ervoor kunnen zorgen dat treinen op tijd vertrekken.”

In de verzekeringsbranche wordt een schade vaak het moment van de waarheid genoemd. Dienstverleners in de branche kunnen juist dán hun toegevoegde waarde voor de klant bewijzen. Is een verstoring van de dienstregeling, en het snel anticiperen op die verstoring, voor jullie het moment van de waarheid? “Zoals ik net al vertelde, gaat het bij ons vooral om het veilig en op tijd vervoeren van reizigers. Dat de reis zonder incidenten en vertraging verloopt, moet net zo vanzelfsprekend zijn als dat er water uit de kraan komt. Samen met ProRail, dat verantwoordelijk is voor het spoor, de wissels en de seinen, doen we ons uiterste best om de reizigers een rusteloze reis te bezorgen. Maar natuurlijk geeft het een kick als het lukt om treinen punctueel op tijd te laten rijden als er incidenten zijn, zoals laatst, toen dassenburchten het treinverkeer in Friesland en Noord-Brabant ontregelden. Of als we het vervoer bij grote evenementen, zoals de Grand Prix in Zandvoort, zonder wanklank verzorgen.”

Hessel startte na zijn studie Bestuurlijke Informatiekunde aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit bij ABN AMRO Bank, waar hij opklom tot Chief Information Officer. Na 18 jaar vertrok hij naar SNS Reaal en in 2012 begon hij in zijn huidige functie bij de NS. Zijn opdracht? Een stabiele ICT-organisatie neerzetten én ervoor zorgen dat reizigers beter geïnformeerd werden. Onder zijn leiding werden processen veranderd, leidde het gebruik van data tot meer inzicht in de bedrijfsvoering en werd de NS-app geïntroduceerd.

"Het is de kunst om de informatie uit alle databronnen op een goede manier met elkaar te combineren."

Hessel Dikkers

“Het is de kunst om de informatie uit alle databronnen op een goede manier met elkaar te combineren”, zegt Hessel, die op verzoek een paar andere voorbeelden noemt van successen die de afgelopen tien jaar zijn behaald. “Als een reiziger vergeet uit te checken, dan krijgt hij automatisch bericht van ons. Die vergeten check-out is een belangrijke service voor onze klanten. Door data uit de trein te gebruiken, kunnen we technische storingen voorkomen vóórdat de trein defect is. Een sensor meet apart gedrag, aparte trillingen en onregelmatigheden die aanleiding kunnen zijn om dat treinstel eerder te laten controleren of een onderhoudsbeurt te geven. Zo voorkomen we dat hij onderweg kapot gaat en we een verstoring in de dienstregeling hebben. En met behulp van data maken we analyses van de bewegingen van reizigers op de stations en op de perrons. Die analyses kunnen aanleiding zijn om stations anders in te richten of het treinverkeer aan te passen. In Amsterdam heb je bijvoorbeeld een aantal tunnels die ‘s ochtends of juist aan het eind van de middag erg druk zijn. Door de trein op een andere plek van het perron te laten stoppen, kunnen we reizigersstromen omleiden.”

Ondanks de successen, ziet Hessel nog genoeg uitdagingen om de performance van de NS te verbeteren en waarbij zijn afdeling een rol kan spelen. “We kunnen veel meer doen met de data
waarover we beschikken en daarmee onze operatie nog verder verbeteren. We zullen daarvoor nog meer goede data-analisten moeten vinden, maar ook wij hebben last van krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van een nieuw dataplatform dat ons moet helpen om alle data in één omgeving aan elkaar te kunnen koppelen. En er is zo veel vraag naar data oplossingen, dat we goed naar de criteria moeten kijken waarop we die vragen prioriteren.”

Een betere bediening van de reizigers noemt hij de grootste prioriteit. “Klanten kunnen nu in de NS-app vooraf hun ideale reis samenstellen. Maar verbeterpunt nummer één is een persoonlijk reisadvies op maat wanneer er een verstoring van de dienstregeling optreedt terwijl iemand onderweg is. We willen de reiziger een virtuele reisbegeleider bieden en hem via een pushbericht een alternatief reisadvies geven.”

Sommige mensen zien het gebruik van data als een gevaar. Ze willen niet dat hun persoonlijke gegevens in verkeerde handen vallen. Hoe gaat de NS daarmee om?

“Uiteraard vinden wij de privacy van onze klanten heel belangrijk. Onze systemen zijn op allerlei niveaus en op verschillende manieren beveiligd tegen hackers. In dat opzicht voldoen wij aan alle privacyvoorwaarden. Toch zijn we recentelijk, net als tientallen andere grote organisaties, geconfronteerd met een groot datalek bij één van onze leveranciers waardoor de gegevens van 780.000 klanten op straat kwamen te liggen. Hoewel het lek ontstond bij één van onze leveranciers, voelen wij ons uiteraard wel verantwoordelijk voor de data die klanten aan ons toevertrouwen. We gaan dus nog kritischer kijken hoe alle partijen in onze complexe keten van leveranciers met data omgaan. En we nemen aanvullende maatregelen om de kans op datalekken verder te beperken.

Verder hebben we twee soorten OV-chipkaarten. Reizigers kunnen een anonieme chipkaart aanschaffen waarvan niet bekend is wie de eigenaar is. In veel gezinnen maken de verschillende
gezinsleden gebruik van deze kaart. Voor de gepersonaliseerde OV-chipkaart geldt dat de klant toestemming moet geven om zijn persoonlijke gegevens te gebruiken voor de aanvullende diensten
die we leveren, zoals de vergeten check-out.”

Welke ontwikkelingen op het gebied van datagebruik verwacht je nog meer in de toekomst?

“Het anticiperen op verstoringen is nu nog steeds mensenwerk waarbij onze medewerkers zich bij hun besluit laten ondersteunen door data. Ik denk dat zij zich in de toekomst alleen nog met complexe situaties bezighouden en dat relatief eenvoudige verstoringen op basis van algoritmes steeds meer worden opgelost door intelligente systemen. Die systemen zijn daarbij wél afhankelijk van ons datafundament, dus we moeten ervoor zorgen dat de data juist en volledig is. Of ik dit een goede ontwikkeling vind? Gezien de situatie op de arbeidsmarkt en de stijgende (personeels)kosten, zullen we nog verder moeten automatiseren. Maar we moeten ook oog hebben voor de ethische kwesties. Wat betekent het als steeds meer denkwerk door algoritmes en niet door mensen gebeurt?”

Heb je tot slot nog tips voor bedrijven die datagedreven (willen) werken?

“Het gebruik van ruwe data en toepassingen als data-analytics, zelflerende algoritmes en kunstmatige intelligentie wordt steeds crucialer. Het is ontzettend belangrijk dat je investeert in de basishuishouding van je data. Die moet heel goed op orde zijn. Zorg dus voor een goed datafundament, zodat je weet welke data zich waar bevindt. Daarnaast adviseer ik ieder bedrijf om te investeren in de kennis en kunde van de medewerkers en eigen data-analisten op te leiden of aan te trekken. Zij kennen je bedrijf en kunnen makkelijker de verbinding maken met mensen in de operatie om zo met goede data-oplossingen te komen. En
privacy is ontzettend belangrijk. Het vraagt en verdient de nodige aandacht om dat goed in te regelen.”

415.000 koppen koffie per dag

Ga jij soms met de trein en vraag je jezelf wel eens af hoeveel stations er in Nederland zijn? Of wil je het aantal OV-fietsen weten? Hieronder vind je een willekeurige, maar interessante data over de NS.

• Nederland telt 404 treinstations.
• Dagelijks bezoeken ruim 1.000.000 reizigers één van die stations.
• Op de stations worden per dag 415.000 koppen koffie verkocht.
• Er zijn 8500 OV-fietsen, waarop jaarlijks bijna 2.000.000 ritten worden gemaakt.
• De NS beheert 2400 bagagekluizen.
• Rond de stations zijn in totaal 430.000 fietsparkeerplekken en 36.500 P+R plaatsen.
• Op treinstations hangen 2500 camera’s.

415.000 koppen koffie per dag
415.000 koppen koffie per dag

Zoeken binnen VNAB