Als kind dacht ik altijd dat woorden neutraal waren. Een boom is een boom, een baas is een baas, een brug is een brug – hoe moeilijk kan het zijn? Tot ik de uitdrukking ‘een boom van een vent’ ontdekte, ik merkte dat ‘bazig’ vrijwel alleen voor vrouwen wordt gebruikt (en ‘de baas’ voor mannen) én ik een artikel in de Volkskrant las waarin werd uitgelegd dat het grammaticaal geslacht van een woord beïnvloedt hoe mensen het waarderen.
Zo blijkt uit onderzoek dat Duitsers het woord ‘brug’ als ‘mooi’ en ‘elegant’ typeren – in het Duits is ‘Brücke’ vrouwelijk – en Spanjaarden een brug als ‘sterk’ en ‘stevig’ – in het Spaans heeft ‘puente’ een mannelijk lidwoord.
Dat is allemaal geen toeval, zegt dr. Ingrid van Alphen als ik haar erover bel. Van Alphen is taalwetenschapster en onderzoekt stereotypering door taal – tot aan haar pensioen bij de Uva. Momenteel is ze lid van de werkgroep Genderinclusief taalgebruik van de Nederlandse Taalunie.