Wat is de toekomst van duurzaamheid?

VNAB Visie event

Hoewel de algemene opinie ten aanzien van de haalbaarheid van de klimaatdoelstellingen van Parijs – 50% minder emissie in 2030 en volledig CO2-neutraal werken in 2050 - niet bepaald positief is te noemen, liet het online VNAB Visie event van gistermiddag (10 november) meer optimistische geluiden hieromtrent horen. Volgens de drie sprekers – Roy op ‘t Veld (hoofdredacteur Change Inc.), prof. dr. Jan Jonker (Hoogleraar Emeritus Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit) en Rosalie André (Head of Insurance and Risk management Signify) - zijn de doelstellingen wel degelijk haalbaar en liet laatstgenoemde zien wat haar bedrijf op dit punt nu al heeft gerealiseerd. Ook kunnen verzekeraars volgens de drie hierbij een prominente rol vervullen, zowel in hun eigen bedrijfsvoering, in hun beleggingsbeleid en als stimulator richting verzekerde bedrijven.

Het VNAB Visie event was vanwege de aangescherpte coronamaatregelen op het laatste moment noodgedwongen omgezet in een webinar. Nadat dagvoorzitter Maarten Bouwhuis de deelnemers welkom had geheten, lichtte Denise Heijstek, manager ledenzaken & marketing bij de VNAB, het thema van zowel het event als van het dezelfde dag verschenen magazine toe. “Duurzaamheid is een actueel onderwerp, dat iedereen aanspreekt en momenteel bezighoudt. Centraal staat de vraag wat de verzekeringssector kan betekenen voor de in gang gezette duurzaamheidstransitie.”

“We gaan ‘Parijs’ wél halen”

De eerste spreker, Roy Op ’t Veld, vertelde met het platform voor duurzaam nieuws Change Inc. naast de nieuwsverschaffing rondom duurzaamheid mee te willen helpen aan de versnelling van de duurzaamheidstransitie. In tegenstelling tot de algemene opinie is hij hieromtrent optimistisch ingesteld en hield hij de deelnemers meerdere redenen voor waarom ‘Parijs’ wél wordt gehaald. “Het EU- project ‘Fit for 55’ zal middels wetgeving meer juridische druk op bedrijven leggen om maatregelen te treffen teneinde boetes en andere sancties te voorkomen. Een andere stimulans vormt een ‘tsunami van groen kapitaal’ die eraan komt doordat meer beleggers in ‘groene bedrijven’ willen investeren, zoals het ABP recentelijk.” 

De belangrijkste stimulator vormt volgens hem echter de nieuwe generatie medewerkers, die meer en meer bij ‘groene ondernemingen’ willen werken. “Om talentvolle medewerkers aan zich te (blijven) binden zullen bedrijven en organisaties wel moeten verduurzamen. De intrinsieke motivatie hiervoor zal wel uit hen zelf moeten komen”, aldus Op ’t Veld, die met het oog hierop Univé en a.s.r. als voorbeelden noemde. “Univé biedt agrariërs aan asbestdaken te verwijderen in ruil voor het plaatsen van zonnepalen daarop, waarbij de verwijderingskosten worden ‘terugverdiend’ door de opgewekte energie. En a.s.r. gaat bij het schadeherstel zoveel mogelijk beschadigde zaken repareren in plaats van vervangen. Zijn enthousiaste presentie had een licht effect op de mening van de deelnemers. Vóór zijn inleiding was 28% van mening dat de doelstellingen van Parijs gehaald zouden worden; na afloop was dat opgelopen naar 39%. 

Transitie is sleutelwoord

Hoogleraar Jonker liet zich kritischer uit over het halen van de klimaatdoelstellingen, maar zag ook lichtpuntjes. “Ik verwacht meer van bedrijven. Transitie is het sleutelwoord. We staan de komende 20 à 30 jaar voor ingrijpende, fundamentele veranderingen en elke organisatie en individu zal daaraan moeten bijdragen. Het economiseren van een duurzaam en circulaire organisatie vormt daarbij de kern.” 

Hij benoemde vervolgens een vijftal ‘fundamentele aanleidingen’ voor de duurzaamheidstransitie: de bevolkingsgroei, industriële productie, economische groei, grondstoffenschaarste en klimaatverandering. “Transitie is het omgaan met wicked problems.” 

Hij presenteerde vervolgens zijn eigen versie van ‘de schijf van vijf’. Voorwaarden voor bedrijven om de ‘broodnodige veranderingen’ door te kunnen voeren, zijn: radicaal bezuinigen (slechts 22-30% van de oorspronkelijke brandstoffen bereikt nu de plaats van gebruik), verduurzamen (emissieloos werken en gebruiken), circulariteit (slimmer organiseren), integraal beprijzen (de echte kostprijs vragen voor producten) en businessmodellen. Hij noemde er zeven: grondstof-, ontwerp-, levensduurverlengings-, platform-, verdienstelijkings-, beheer- en levenscyclusmodellen. 

Jonker benadrukte tot slot dat het ‘nieuwe normaal’ veranderingen met zich mee zal brengen waarmee we nog niet eerder te maken hebben gehad. “We zullen daarom met nog niet eerder toegepaste ‘pruts & probeerprogramma’s’ moeten uitproberen hoe daarmee het best kan worden omgegaan. Duurzaamheid kent helaas geen ‘Handboek Soldaat’ 

Rol verzekeringsbranche

Dat bedrijven zelf veel kunnen doen op duurzaamheidsgebied maakte Rosalie Andre meer dan duidelijk. Haar werkgever, Signify, werkt nu al vijf jaar aan haar Business & Sustainabilty Program. En met succes. Het bedrijf werkt nu al volledig CO2-neutraal, heeft de emissie-uitstoot in haar productieproces al met 47% verminderd en in haar gebouwen zelfs met 92%. Daarnaast zorgt een bewuster logistiek beleid – meer zeevracht – voor een ruime halvering van de emissie-uitstoot op dat vlak en wordt op reisgebied een vermindering gerealiseerd van maar liefst 8o%. Zij raadt bedrijven onder meer aan, net als Signify, duurzaamheid centraal te stellen in de doelstellingen en strategie en klanten in staat te stellen om hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.

André sloot haar presentatie af met een boodschap richting de verzekeringsbranche, die volgens haar best ‘een stapje harder’ zou kunnen gaan op het gebied van duurzaamheid. “Bijvoorbeeld door bepaalde voor het milieubelastende activiteiten en projecten van bedrijven niet langer te accepteren, nieuwe renewable energy-projecten als zonnepanelen en windmolenparken juist wel te verzekeren en/of ter stimulering een premiekorting te geven aan duurzame bedrijven.” Financiële voordelen zijn er volgens haar voor verzekeraars en makelaars ook te behalen door hun gebouwen - de grootste energieverbruikers (40% van het totaal) en uitstoters van CO2 (36%) – anders in te richten. “LED-verlichting is de snelste en gemakkelijkste manier om een aanzienlijke kostenbesparing (tot 50%) te realiseren”, aldus André, die daarnaast de sector aanraadde te kijken naar de besparingsmogelijkheden op schadegebied. “Bijvoorbeeld door bij het schadeherstel niet te kiezen voor de goedkoopste maar voor de meest duurzame oplossing en door in plaats van voor vervanging vaker te kiezen voor recycling en het gebruik van bestaande onderdelen. Let’s step up!

Door: Jan van Stigt Thans

Zoeken binnen VNAB